vrijdag 14 december 2007

Hoogmoed komt voor de val.


Mijn mond valt bijna van verbazing open als De Zalver aan het kleine tafeltje komt zitten waar inmiddels naast mijzelf ook Meut, Wannabe en OSM zijn neergestreken.
De verbazing is niet alleen van mijn gezicht af te lezen maar ook de andere aanwezigen in mijn gezelschap fronsen de wenkbrauwen.
"Wat kom jij hier doen?", vraagt Meut scherp aan hem zonder te verblikken of te verblozen.
"Jij zit toch altijd aan die tafel!" Gelijktijdig wijst ze in de richting van de pariatafel waar verder nog niemand heeft plaatsgenomen.
De Zalver, die normaliter toch niet om woorden verlegen zit, kijkt verschrikt naar Meut, de laatste waarschijnlijk van wie hij een dergelijke opmerking waarin duidelijk de afkeur voor zijn persoon in doorklinkt, verwacht en mompelt iets waar niemand echt chocola van kan maken.
Niemand dringt echter op verduidelijking aan, bang om vervolgens weer te worden overspoeld door een stortvloed aan woorden.
Wel brengt OSM hem nog verder in verlegenheid hetgeen waarschijnlijk maakt dat hij zichzelf wel voor zijn kop kan slaan dat hij zich bij dit gezelschap heeft aangesloten.
"Je mag je gulp wel dicht doen hoor.", zegt ze fijntjes tegen hem en als ik naar De Zalver kijk blijkt dat hij de kleur rood ook in allerlei schakeringen kent.
Nu weet ik zeker dat het tot hem is doorgedrongen dat hij met zijn zitplaatskeuze een kapitale fout heeft gemaakt maar om verder gezichtsverlies te voorkomen kan De Zalver het niet maken om aan de pariatafel te gaan zitten. Dus blijft hij, met duidelijke tegenzin, zitten waar hij zit.
De dames zijn duidelijk in hun schik met hun behaalde zegen.
Maar de gifbeker is nog niet helemaal leeg, verre van zelfs.
Niet alleen voor De Zalver maar ook niet voor Beachboy en De Blater wat blijkt als Beachboy samen met Popje de koffiekamer binnen komt.
"Heb je nog wel lekker geslapen na je vernederende nederlaag gisteravond?", vraagt Wannabe als ze Beachboy in het vizier krijgt.
Die trekt een gezicht als een oorwurm en tegelijkertijd verschijnt er op het gezicht van Popje een grote grijns.
"Geen oog dicht gedaan", biecht Beachboy eerlijk op.
"Ach, troost je", gaat Wannabe verder met het strooien van zout in de kennelijk nog verse wonden. "De Blater heeft ook verloren van een vrouw. Het blijkt dat wij vrouwen beter kunnen karten dan mannen. Kijk nou naar hem, hij heeft er helemaal niks van gebakken, samen met De Kale op de laatste plaats", gaat Wannabe onverdroten verder daarbij wijzend op De Zalver die nog verder probeert weg te duiken in zijn stoel.
Nu begint het mij ook te dagen waarom hij deze ochtend zo opvallend rustig is.
Maar De Zalver is niet de enige.
Muisstil zie ik plotseling van uit mijn ooghoek een witte schicht door de lerarenkamer schieten.
Als ik mijn hoofd draai zie ik dat De Blater zich zo snel mogelijk als hij kan uit de voeten probeert te maken richting de betrekkelijke veiligheid van het rookhok.
Hij heeft zelfs de euvele moed niet om goedemorgen te zeggen terwijl je hem anders al van ver hoort aankomen en hij altijd het hoogste woord voert.
Waarschijnlijk is de klap van het verlies bij hem nog duizend keer harder aangekomen dan bij De Zalver en Beachboy samen.
"Hé, loser", wordt hem nageroepen.
Het lijkt wel of de woorden als een gesel over De Blater heen komen. Bij het horen van de woorden krimpt hij ineen, draait zich een kortstondig ogenblik om en kijkt met een gekwelde blik in de richting van de zegevierende dames.
Een geknakt egootje.
Maar dat komt ervan als je al meer dan een week loopt te roepen dat je de beste bent en iedereen met twee vingers in de neus gaat verslaan.
Hoogmoed komt voor de val.

donderdag 13 december 2007

Smetteloos wit.

Het is onrustig en druk in school, iets wat redelijke gewoon is op dit moment in het jaar.
Leerlingen worden kriebelig, nukkig, recalcitrant, koppig, tegendraads en onwillig als er dingen te gebeuren staan die niet in hun normale ritme vallen. Uiteraard horen deze typeringen bij het normale dagelijkse repertoire van de leerling maar in deze tijd worden zij nog eens extra geaccentueerd.
December is zo'n maand waar leerlingen regelmatig uit hun dagelijkse routine worden gehaald.
Gebeurtenissen als Sinterklaas, excursies, Kerst en de daarmee gepaard gaande disco zorgen ervoor dat zelfs de meest beminnelijke leerlingen soms toch nare trekjes vertonen.
En leerkrachten?
Leerkrachten lijken in dat opzicht precies op hun leerlingen en worden dus kriebelig, nukkig, recalcitrant, koppig, tegendraads en onwillig.
Doorgaans is dit alles nog wel redelijk in goede banen te leiden maar als de twee partijen gelijktijdig een aanval van één van de voornoemde kenmerken krijgen dan wil dat nog wel eens tot heftige confrontaties leiden.
Kennelijk heeft een dergelijke botsing zich voorgedaan tijdens de banketles van Challe.
In de koffiepauze verneem ik uit zeer betrouwbare bronnen, Juf Sloof om precies te zijn, dat Challe compleet uit zijn stekker is gegaan tegen een leerling die over het algemeen al redelijk in staat moet worden geacht om het bloed onder je nagels vandaan te halen.
Toch is, met een juiste benadering, zelfs die leerling in goede banen te leiden. Maar vandaag ontbreekt het Challe kennelijk aan het geduld, het inzicht, de wijsheid, het vermogen om een mogelijke escalatie in de kiem te smoren.
Iets waar hij overigens wel vaker last van heeft.
Al fulminerend heeft Challe klaarblijkelijk voor de betreffende leerling gestaan, althans volgens de getuigenis van Juf Sloof.
"Hij was helemaal rood aangelopen", zei Juf Sloof. "En hij stond maar te schelden en te tieren".
"Dat zal er dan wel heftig aan toe zijn gegaan", zeg ik daarbij hopend dat er nog meer details loskomen uit de mond van Juf Sloof.
Nippend aan haar koffie knikt ze bevestigend.
"Ja, de leerling was al boos maar ging daardoor nog meer uit zijn dak".
"Hij werd zelfs zo boos dat hij met een bakblik vol bloem in de richting van Challe gooide!"
"Goh", antwoord ik.
"Dat is dan waarschijnlijk de eerste keer dat hij er smetteloos wit heeft uitgezien!"
Aan de andere kant van de tafel zie ik dat Naar zich vrijwel direct verslikt in haar slokje koffie met als gevolg dat er een sproei donkerbruin vocht op het tafeltje tussen ons in belandt.
Juf Sloof kijkt mij een ogenblijk niet begrijpend aan en dan valt ook bij haar het kwartje.
Een stralende witte glimlach glijdt over haar gezicht welke ze gelijk weer in de plooi probeert te krijgen als de nog steeds getergde Challe achter haar langs loopt en een vernietigende blik werpt op ons vrolijke bijeenzijn.
Intussen is Naar weer een beetje bekomen van haar min of meer spontane verstikkingsverschijnselen en mompelt "vrede op aarde" als ze Challe in het rookhok ziet verdwijnen.
En daar kan ik het alleen maar hartgrondig mee eens zijn.

woensdag 12 december 2007

Stil zijn.



Het is deze week een wat vreemde week, tenminste gezien in het licht van wat normaal is op een school namelijk lesgeven.
Afgelopen maandag was er natuurlijk de studiedag en vandaag is de dag van de educatieve excursie.
Educatieve excursie in tegenstelling tot de "lol-excursie" die ergens in april gepland staat en naar de Efteling gaat."
Vandaag geen lollige zaken.
Vandaag is het serieus en wordt er, als afsluiting van een project dat een aantal weken heeft geduurd, een bezoek gebracht aan het Oorlogsmuseum in Overloon.
Omdat ik de organisatie van het geheel in handen heb ben ik al extra vroeg aanwezig.
Het hele gebouw is nog in duister gehuld. Alleen in de ruimte waar de administratie huist schijnt licht, Rotterdam-Zuid is daar al aanwezig, gereed om de telefoontjes van ouders of eventueel zieke collega's aan te nemen.
Niet geheel tot mijn verbazing zie ik, als ik de trap naar boven op loop, dat De Roostermaker ook al in zijn kantoor zit, uiteraard diep gebogen over zijn roosters.
Wel verbaasd ben ik als ik de koffiekamer binnen stap en zie dat Meut al aanwezig is. Oké, welbeschouwd ben ik niet echt verbaasd gezien de reputatie van Meut. Waarschijnlijk heeft ze de hele nacht niet kunnen slapen, bezorgd om wat er allemaal tijdens de excursie mis zou kunnen gaan.
Bemoedigend spreek ik haar toe, zeg haar dat ze zich geen zorgen hoeft te maken, dat alles goed gaat komen en ik denk zelfs dat mijn peptalk een gunstige uitwerking heeft op haar gemoedstoestand.
Niet veel later, ook erg vroeg voor haar doen, komt Wannabe binnen, natuurlijk weer met de voor haar inmiddels zo bekende hoeveelheid lawaai.
Vanaf het moment dat ik haar zie totdat ze minuten later eindelijk met een kop koffie gaat zitten is ze aan het kwekken.
"Ben jij ook wel eens stil?", waag ik voorzichtig een vraag.
Twijfelend aan mijn bedoelingen kijkt ze me in eerste instantie wat wantrouwend aan.
"Ja, hoor. Ik ben wel eens stil. Vooral als ik op vakantie ben", antwoordt Wannabe uiteindelijk.
"Zou het dan misschien mogelijk zijn om vandaag net te doen alsof je op vakantie bent? Zeker gezien het feit dat we de hele dag samen moeten optrekken."
Het enige antwoord dat ik op dat moment krijg is een opgestoken vinger.
Juist op dat moment stapt, met nog meer bombarie dan Wannabe minuten eerder, De Blater binnen.
Voor mij het sein om mijn heil ergens anders te gaan zoeken want Wannabe en De Blater bij elkaar is een dodelijke combinatie voor mijn oren. Gelukkig heb ik daartoe een legitieme reden: de bussen zijn gearriveerd.
Een half uur later is alles geregeld, zit iedereen in de bussen en zijn we op weg naar Overloon.
In de bus is het betrekkelijk rustig, tenminste in vergelijk met wat ik eerder in de lerarenkamer heb moeten aanhoren.
De reis en het bezoek aan het museum verlopen voorspoedig en zonder problemen. Zelfs Wannabe heeft zich, in ieder geval verbaal, in moeten houden. En dat alleen al zorgt voor de nodige rust.
Kennelijk is dat in de andere groep, waar onder andere Meut en De Blater deel van uit maken niet het geval.
Onze groep staat al bij de bus als het clubje van die twee komt aangelopen. Vanuit de verte zie ik dat De Blater naast Meut loopt en zelfs vanaf die afstand kan ik aan zijn houding al zien dat hij het hoogste woord aan het voeren is.
Onwillekeurig krijg ik medelijden met Meut die hem waarschijnlijk de hele dag heeft aan moeten horen.
Ruim voor ze bij mij zijn hoor ik hem al weer oreren en zie ik de hulpeloze blik in de ogen van Meut.
Als een soort verlosser schiet Meut op mij af en wil juist gaan vertellen hoe het hen en hun groep is vergaan in het museum. De Blater blaat daar natuurlijk weer tussen door met een aantal nietszeggende opmerkingen.
"Houd nu eens even je bek dicht en ben stil!", roept Meut wanhopig.
Verongelijkt kijkt De Blater haar aan en durft nog te beweren dat hij de hele dag al rustig is geweest.
"Dan wil ik niet meemaken als je echt druk bent", antwoordt Meut assertief.
Enigszins pruilend druipt De Blater af. Waarschijnlijk had hij zo'n opmerking van Meut nooit verwacht.
Ik trouwens ook niet!
Achteraf gezien zou het misschien verstandiger zijn geweest als ik Wannebe en De Blater samen aan één groep had gekoppeld.
Dan hadden zij slechts last van elkaar gehad.
Maar ja, wat was er dan van die arme leerlingen terecht gekomen?






dinsdag 11 december 2007

Rancuneus.

Gisteren is de studiedag geweest dus besluit ik om direct te laten zien dat ik daar wat van heb opgestoken. Iets wat redelijk bijzonder is want normaal kan ik weinig van de inhoud van zulke dagen reproduceren. Een compliment aan de verzorgers van de dag is daarom wel op zijn plaats.
Het gaat te ver om hier uitgebreid stil te staan bij de theorie die gegeven is maar een klein tipje van de sluier wil ik hier toch oplichten.
Stel je voor dat alle mensen potjes zijn waar een rooster op ligt. Het rooster zorgt ervoor dat er uiteindelijk alleen nog maar zo veel mogelijk gewenst gedrag door kan. Maar het rooster kan ook gaan wiebelen waardoor er gedrag naar buiten kan wat niet helemaal door de beugel kan.
In een klas is het lastig als het rooster daar gaat wiebelen. Beter is het dat het rooster uit zijn evenwicht is tijdens de pauze, bijvoorbeeld op de gangen, het plein of de aula om daarna weer, tijdens de lessen, tot rust te komen.
Het is dan ook van het grootste belang, vooral het belang van jezelf, om de leerlingen tijdens de pauze een beetje hun gang te laten gaan waardoor ze echt stoom af kunnen blazen en daarna weer gewoon in de lessen aan het werk kunnen. Dus wat gillen, rennen, sjorren en trekken aan elkaar, om maar wat voorbeelden te noemen, natuurlijk nog wel binnen de grenzen van het redelijke.
Deze theorie van de potjes geldt natuurlijk niet alleen voor leerlingen maar is, volgens mij althans, toepasbaar op iedereen, wat betekent dat mijn rooster ook beter tijdens de pauze dan in de lessen kan wiebelen.
Dus vind ik het tijdens de ochtendpauze wel een geschikt moment om het geleerde op de studiedag in praktijk te brengen.
Als de koffiekamer al redelijk gevuld is en ik juist achter mijn espresso zit maak ik wat ongecontroleerde oergeluiden los waardoor nagenoeg iedereen direct in mijn richting kijkt.
Ik zie hoe Die Blauwe, die met zijn rug naar mij toe in zijn postbak staat te neuzen, helemaal verstijft en op het punt staat om zich geërgerd om te draaien, iets waar hij geen gelegenheid voor krijgt.
"Niemand hoeft iets te zeggen. Ik heb gewoon even mijn rooster laten wiebelen zodat ik er dadelijk weer helemaal tegen aan kan. Dus laat niemand het wagen om er wat van te zeggen want dit is wat we gisteren tijdens de studiedag onder andere hebben geleerd!", zeg ik direct op mijn oerontlading.
De aanwezigen kunnen de humor van mijn actie wel inzien maar ik zie dat Die Blauwe andermaal helemaal verstijft.
Het lijkt me vreselijk om zo door het leven te moeten gaan en ik vraag me af of hij wel iets heeft opgestoken van de potjestheorie.
Wie ook weinig tot niets heeft opgestoken van de studiedag is Maat 38.
Ook vandaag is ze weer als een getergde pittbull aan het jagen om leerlingen die op plaatsen zijn waar zij niet mogen zijn. Het zit kennelijk niet in haar systeem om soms iets door de vingers te zien of om leerlingen op een normale manier aan te spreken. Bovendien maakt ze geen onderscheid tussen de diverse leerlingen die toch echt heel erg divers zijn.
Als ik door de grote hal loop zie ik dat ze juist weer een leerling in zijn kladden heeft gepakt en al discussierend naar De Mosselman brengt welke ze tracht op te zadelen met de opstandige puber.
Die is daar, terecht, niet echt van gediend en probeert haar met argumenten te overtuigen om een andere manier van handelen te proberen.
Een dappere maar op voorhand nutteloze actie van De Mosselman omdat wat Maat 38 in haar hoofd heeft niet in haar kont heeft zitten terwijl daar toch juist ruimte genoeg is.
Uiteindelijk sluit De Mosselman een compromis, neemt de jongeman mee maar geeft hem voor zijn geringe vergrijp geen straf.
Maat 38 geeft mokkend toe, voor haar komt de querulant er wel erg makkelijk vanaf, druipt af naar haar hok en De Mosselman denkt dat daarmee de zaak is opgelost.
Een te gemakkelijke en vooral niet geheel juiste inschatting. Want nog geen half uur later zie ik, door de openstaande deur van haar ruimte, dat Maat 38 bij De Kale haar beklag doet over het vermeende onrecht dat haar is aangedaan.
Nu breng ik veel maar dan ook veel meer sympathie op voor De Mosselman dan voor Maat 38 en De Kale samen dus besluit ik hem te waarschuwen als ik hem aan het einde van de dag nog even aantref in de koffiekamer.
Zijn anders zo vriendelijke en open gezicht betrekt en ik vermoed dat Maat 38 dit jaar niet op een kerstkaart van De Mosselman kan rekenen.
Iets wat ik niet veel later met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan zeggen als we samen naar buiten lopen en ik hem een blik in de kamer van Maat 38 zie werpen die niets aan de verbeelding overlaat.
Gelukkig voor haar en misschien ook wel voor hem, is zij er niet.
Buiten nemen we afscheid van elkaar.
Ik hoop oprecht dat hij een prettige avond heeft en die niet laat vergallen door een rancuneuze collega.

maandag 10 december 2007

Studiedag.

Studiedag!
Voordelen: een dag geen leerlingen en een half uur langer slapen. Om half acht opstaan is nog wel midden in de nacht maar het klinkt een stuk vriendelijker dan zeven uur. Tenminste in mijn oren.
Nadelen: een teamvergadering die meestal uitmondt in oeverloos geouwehoer en verder een dag lang stil zitten en anderen aanhoren, twee dingen waar ik slecht tegen kan.
Gelukkig wegen de voordelen vandaag op tegen de nadelen mede omdat de teamvergadering, voor de eerste keer in de zes jaar dat ik op school werk, niet verzandt en ook omdat de rest van de dag op een uiterst boeiende wijze wordt gevuld door iemand die eindelijk eens verstand heeft van het onderwerp dat wordt behandeld.
De dag vliegt dan ook in een redelijk tempo onder mij vandaan en voor ik het goed en wel besef is de lunchpauze aangebroken.
Nadat ik netjes in de rij op mijn beurt heb staan wachten, mijn bordje heb gevuld met allerlei lekkernijen, ga ik aan een tafeltje zitten om in rust te kunnen genieten van mijn saucijzenbroodje en de broodjes gezond.
De rust die me gegund wordt is slechts van korte duur.
Nog voor ik goed en wel de eerste hap naar binnen heb kunnen werken schuiven Wannabe, Meut en Truus aan.
Verbijsterd kijk ik naar het goed gevulde bord van Wannabe waar helemaal bovenop een vet saucijzenhapje prijkt.
"Helemaal verantwoord!!", wijs ik in de richting van het overladen bord.
"Daar zal je lekker van afvallen!"
Wannabe wil wel reageren maar wordt tegen gehouden door de prikkende vinger van Meut.
"Ja, dat zie je daar zo aankomen", zegt Meut terwijl haar vinger verdwijnt in het iets meer dan gemiddelde zwembandje dat het middel van Wannabe siert.
Gegeneerd kijkt Wannabe even in het rond, mompelt verontschuldigend dat ze er wel last van heeft als ze zondigt en stopt vervolgens haar mond vol zodat al het andere geluid gedempt wordt door haar malende kiezen.
Als ik haar zo bezig zie vermoed ik dat ze weinig psychische last zal hebben van haar "zonde".
Na de lunchpauze gaat het middagprogramma nagenoeg net zo snel als de ochtend en voor ik het me goed en wel realiseer worstel ik me door een drukke koffiekamer in de richting van de garderobe.
Daar wring ik me tussen De Azijnpisser, Wannabe en De Freak, door die kennelijk hebben besloten om de garderobe als roddelplek te gebruiken.
Onwillekeurig vang ik een gedeelte van de klaagzang van De Azijnpisser op.
Het is kennelijk haar dag niet getuige het feit dat ze al vroeg klagend door de gangen heeft lopen verkondigen dat er op de toiletten gerookt wordt, dat zij, met haar astmatische aandoening, daar absoluut niet tegen kan en daar zeker de gevolgen van zou ondervinden.
Uit de summiere opmerkingen die ik in de garderobe opvang begrijp ik dat haar vandaag nog meer onrecht is aangedaan.
Nog steeds redelijk geagiteerd spuwt ze haar gal tegen vier gewillige oren. Van de korte tijd dat ik ervan getuige ben begrijp is dat andere collega's tijdens een oefening haar genegeerd hebben en dat ze dat absoluut onbeschoft heeft gevonden.
In de tijd dat ik mijn motorpak aantrek probeer ik me de oefeningen van het middagprogramma nog voor de geest te halen.
Dan valt bij mij het kwartje en begrijp ik dat de collega's alleen maar dat hebben gedaan wat er van hen werd verwacht. Het is De Azijnpisser die de opdracht weer eens niet heeft begrepen en nu als de verongelijkte koningin door het schoolgebouw paradeert.
Het moet gezegd, het is soms ook gewoon moeilijk om te begrijpen wat er van je verwacht wordt, althans voor sommigen!
Misschien was daarom wel deze studiedag!

vrijdag 7 december 2007

Wapperende ballen en Yab Yum.

Er vallen me direct twee dingen op als ik de koffiekamer binnen loop.
OSM is er weer.
Na een, althans in haar ogen, dramatische val van een keukentrapje in haar lokaal is ze weer aanwezig.
Oké, toegegeven, het was een fikse val op haar knie maar om daar vervolgens meer dan anderhalve week ziek voor thuis te blijven is toch wel een klein beetje overdreven.
Maar goed, dat is dan weer mijn beleving.
Het tweede wat me opvalt is een tekst die op het whiteboard staat. Er wordt door de directie aandacht gevraagd voor "wapperende ballen".
Bedoeld worden loshangende kerstballen die mogelijk door een luchtstroom in beweging komen en daardoor eventueel het alarm kunnen laten afgaan. Iets wat, zeker 's nachts, tot ongewenste situaties kan leiden.
De woordkeuze is echter zo belabberd slecht gekozen dat alle aandacht alleen maar uitgaat naar slechts twee woorden "wapperende ballen". De rest van de tekst en vooral de inhoud ervan gaat daardoor jammerlijk verloren.
Natuurlijk zijn de opmerkingen niet van de lucht en wordt aan iedereen die de koffiekamer binnenstapt gevraagd of ze ook last hebben van "wapperende ballen".
Zelfs OSM, over het algemeen toch niet echt het toonbeeld van dubbelzinnigheid, laat zich niet onbetuigd en grapt over de aanstootgevende tekst.
De enige die vandaag werkelijk aanspraak kan maken op de tekst die op het bord staat is Wannabe. Zij is dusdanig gekleed dat "haar ballen vrijwel zeker nog een keertje gaan wapperen". Als ik naar haar kijk weet ik niet wat meer aanstootgevend is, het uitzicht op haar "ravijn" of de tekst van de directie.
Overigens, bij nader inzien weet ik dat wel!
Als De Roostermaker de lerarenkamer binnen komt zijn de opmerkingen aan zijn adres niet van de lucht.
Onhandig staat hij in het midden van de koffiekamer, kijkt wat beteuterd naar de tekst die toch aan zijn brein is ontsproten en mompelt iets wat op een uitleg moet lijken om vervolgens te vluchten naar de betrekkelijke veiligheid van het rookhok.
Niet veel later gaat de bel, verzamelt iedereen zijn hebben en houwen, worden er verwensingen gemompeld omdat het al tijd is en begint iedereen aan de laatste werkdag van de week, de laatste loodjes.
Voor mij worstelt OSM zich door de meute die gevormd wordt door de leerlingen die door de smalle gangen wurmen naar hun lokalen.
"Ik dacht dat Yab Yum pas gesloten was!", hoor ik iemand voor mij zeggen.
Verbaasd kijk ik OSM aan die net voor mij loopt.
Heel even denk ik dat zij het is geweest die ik hoorde maar mijn verstand zegt dat zoiets onmogelijk is. Hoe kan tenslotte een "dame" als OSM enige weet hebben van een etablissement als Yab Yum.
"Het is echt Yab Yum, vind je ook niet?"
En terwijl ze dat vraagt draait OSM zich om en kijkt mij aan.
"Moet je kijken naar al die lichtjes en lampjes. Het ziet er uit als Yab Yum, toch niet als kerstversiering voor een school!"
Ik kan slechts knikkend beamen wat ze zegt en meteen dringt zich bij mij de vraag op hoe zij in godshemelsnaam kan weten hoe Yab Yum er van binnen uitziet.
Gelegenheid om te vragen krijg ik niet omdat OSM in haar lokaal verdwijnt.
Maar voor mij is het maar weer eens duidelijk geworden dat stille wateren soms diepe gronden hebben.
Al met al eindigt deze week net zoals hij begonnen is, in een prima sfeer.

donderdag 6 december 2007

Chagrijnig.

Ik zie het direct als ik de koffiekamer in stap, daarvoor heb ik haar in de afgelopen zes jaar goed genoeg leren kennen.
De ogen staan net iets te fel, de grimas om haar mond net iets te vertrokken, de kleur in haar gezicht net iets te vlekkerig rood.
Vandaag is niet de dag om ruzie te zoeken met Nee Liefje.
Op mijn montere goedemorgen komt nog wel iets wat moet lijken op een vriendelijke groet maar zelfs die dappere poging om vriendelijk te klinken kan niet verhullen dat Nee Liefje met het verkeerde been uit bed is gestapt.
Dapper als ik ben besluit ik toch bij haar aan het tafeltje te gaan zitten. Of eigenlijk is dat meer ingegeven omdat wij de enige twee in de lerarenkamer zijn en dat het waarschijnlijk wat vreemd over komt als ik ergens anders ga zitten.
Gelukkig stapt Juf Bassie ook net binnen zodat niet alle opgekropte woede en frustratie op mij geprojecteerd wordt.
"Gaat het niet helemaal goed?", vraagt Juf Bassie redelijk opgewekt aan Nee Liefje.
Heel even lichten de ogen nog feller op.
"Nee, helemaal niet. En dat komt omdat ik erg slecht geslapen heb. Bovendien heb ik bonje met mijn vent. Die lag vannacht plotseling te gillen in zijn slaap. Ik schrok me een hoedje en riep: "Houdt je bek, lul."
Juist op dat moment stapt De Blater de koffiekamer binnen.
Als door een wesp gestoken blijft hij daar staan en kijkt schaapachtig naar Nee Liefje.
"Maar ik heb nog niks gezegd", stamelt hij.
"En dat willen we graag zo houden", sneert Nee Liefje.
Niet begrijpend wat hij fout heeft gedaan sluipt De Blater met de staart tussen de benen naar het rookhok.
"Zo, daar hebben we ook geen last meer van!", zegt Nee Liefje triomfantelijk.
"Maar om een lang verhaal kort te houden", gaat ze vervolgens zonder te verblikken of te verblozen verder, "is mijn vent dus pissig omdat ik dat vannacht tegen hem riep. Zelfs vanochtend zei hij geen woord. Ik ben maar snel het huis uitgegaan en hier naartoe gekomen. Maar al met al heb ik dus slecht geslapen en daar word ik inderdaad erg chagrijnig van."
Intussen vult de koffiekamer zich met meer collega's die ieder een eigen plekje zoeken.
Aan de lange tafel zit Wannabe weer het hoogste woord te voeren en het geluidsniveau hoort duidelijk niet bij het tijdstip van de dag.
Woest kijkt Nee Liefje in haar richting en sist: "Kan jij je bek ook niet houden!"
Waarschijnlijk ben ik de enige die het hoort, Wannabe zeker niet want die gaat onverdroten verder zonder de volumeknop naar links te draaien.
Nee Liefje laat het er bij maar aan haar gezicht staat nu helemaal op zeven dagen onweer.
En die uitdrukking verandert absoluut niet op het moment dat Challe zich aan het tafeltje meldt met een banketstaaf van één meter. Stoer staat hij met het ding te hannesen, maakt nog enkele dubbelzinnige opmerkingen en obscene gebaren die niet in de smaak vallen bij de aanwezige dames en eindigt met de opmerking dat ik maar snel naar beneden moet gaan omdat Mijn Juf een ongeluk met de fiets heeft gehad.
Enigszins verbaasd kijk ik hem aan maar nog voor ik om verduidelijking kan vragen schiet Nee Liefje opnieuw uit haar slof: "Had je dat niet eerder kunnen zeggen tegen hem in plaats van je hier belachelijk te staan maken met die banketstaaf."
Nog voor Nee Liefje adem heeft kunnen halen voor een vervolg aanval op Challe maak ik me uit de voeten en ga op zoek naar mijn onfortuinlijk Juf.
Als ik de trap afloop hoor ik in de verte nog steeds de venijnige stem van Nee Liefje.
Ik heb medelijden met de leerlingen die vandaag bij de chagrijnige Nee Liefje in de klas moeten zitten.
Ik hoop dat ze zich, voor hun eigen bestwil, een beetje gedeisd houden want er zijn dagen dat je niet moet dollen met Nee Liefje.
Vandaag is zo'n dag!

woensdag 5 december 2007

Mooie belofte.

Soms put ik niet uit mijn eigen dagelijkse bevindingen maar maak ik gebruik van de opmerkingen, observaties, anekdotes, momenten van Mijn Juf.
Niet omdat er zich in mijn gezichtsveld niets heeft afgespeeld maar meer omdat haar dag betere momenten heeft opgeleverd dan die van mij.
Aan de andere kant zijn wij twee handen op één buik dus eigenlijk komt alles dan toch nog uit de eerste hand, als u me nog kunt volgen. Ik zelf snap deze gedachtegang redelijk goed en daarmee kan ik dan ook direct mijn geweten een beetje sussen.
De dag van Mijn Juf begint al ruim voor ze op school aankomt.
Elke dag rijdt ze, als een echte bikkel, door weer en wind ruim tien kilometer door de open vlakte die in Nederland althans, polder wordt genoemd.
Zo ook vandaag.
Maar met dat verschil dat de laatste kilometers deze keer extra zwaar zijn gemaakt door een lekke achterband die om de vijfhonderd meter opnieuw moet worden opgepompt.
Toch bereikt ze nog ruimschoots op tijd de school, waarlijk een knappe prestatie.
Vrijwel direct gaat ze, geheel tegen haar eigen gevoel indruisend, op zoek naar De Zalver om te vragen of de leerlingen tijdens zijn les haar band misschien zouden kunnen plakken. Zijn lokaal is daar tenslotte geheel voor geoutilleerd.
Afspraken worden gemaakt en Mijn Juf gaat moe van de barre tocht maar toch voldaan naar haar les.
Koken, staat er op het rooster.
Koken, een les die Mijn Juf samen geeft met Depot, één van de vakleerkrachten.
Op het menu staat deze week onder andere gebakken aardappeltjes met een hamburger.
En dat is in het hele gebouw te ruiken.
Omdat de afzuiginstallatie niet is opgewassen tegen de kookkunsten van de leerlingen heeft Depot behalve de ramen ook de deur naar de gang open gezet met als gevolg dat een vette blauwe (natuurlijk weer die kleur) walm zich razendsnel verspreidt.
Even verderop in de gang heeft Nee Liefje eveneens één raam en haar deur open staan. Ook om enkele onfrisse geurtjes, maar dan van een heel andere orde, uit het lokaal te verdrijven.
De twee zich mengende geuren is voor Nee Liefje te veel van het goede.
Enigszins verhit komt ze bij de keuken aan met het dringende verzoek om de deur te sluiten omdat het voor haar anders niet mogelijk is om haar deur langer open te houden. En dat laatste is, volgens de uiteenzetting van Nee Liefje, van levensbelang omdat de penetrante lijfgeur van één van haar leerlingen anders mogelijk tot dode slachtoffers in haar klas zou kunnen leiden.
Helaas voor Nee Liefje haalt ze bakzeil en blijft de deur van het kooklokaal wagenwijd open staan. In uiterste nood opent Nee Liefje uiteindelijk nog twee andere ramen, iets wat ik haar zelfs in hartje zomer nog nooit heb zien doen.
Intussen zijn de leerlingen in de kookles zover dat er eindelijk gegeten kan worden.
De Blater, die in de grote keuken een kookles aan oudere leerlingen heeft gegeven, vraagt spontaan aan Depot en Mijn Juf of zij belangstelling hebben voor de door hem gemaakte moussaka.
Mijn Juf slaat netjes af maar Depot accepteert het vriendelijke aanbod, neemt twee grote happen en kiepert daarna het geheel in de vuilnisbak.
"Ik begrijp niet waarom hij altijd een dubbele hoeveelheid kruiden in het eten mikt", zegt Depot terwijl ze een vies gezicht trekt.
"Zou hij dat vroeger in de keuken van het restaurant waar hij werkte ook gedaan hebben?", vraagt Depot aan niemand in het bijzonder.
Mijn Juf gniffelt en denkt aan de bedrijven waar De Blater heeft gewerkt en die failliet zijn gegaan.
Wijselijk houdt ze haar mond, laat Depot met haar prangende vraag achter en gaat op zoek naar De Zalver die nog niets van zich heeft laten horen ondanks het feit dat ze afgesproken hebben dat hij de fiets van Mijn Juf zou laten repareren.
Mijn Juf doorkruist het hele schoolgebouw, doet her en der navraag om er uiteindelijk achter te komen dat De Zalver, ondanks zijn mooie belofte, met de noorderzon is verdwenen.
Maar goed dat hij nooit een eigen zaak is begonnen. Waarschijnlijk zou die net zo snel failliet zijn geweest als de restaurants waar De Blater heeft gewerkt.
Er rest Mijn Juf niets anders dan zelf haar band te plakken, iets wat leidt tot bewondering van passerende leerlingen en dat maakt voor haar weer een hoop goed.
Wat haar daarna nog rest is een barre fietstocht in weer en wind door de open vlakte die, in Nederland althans, polder wordt genoemd.

dinsdag 4 december 2007

Eigenaardigheden.

Ieder mens heeft zo zijn eigenaardigheden en natuurlijk is dat op een willekeurige middelbare school niet anders.
Ze zijn, bijna dagelijks, te zien in en rond de koffiekamer.
Een klein beetje observeren vandaag ondersteunt mijn stelling.
Als ik nog maar net binnen ben hoor ik hoe De Roostermaker aan De Labrador vraagt of hij toch alsjeblieft vanmiddag een uurtje langer kan blijven zodat hij een groep kan opvangen.
Nog voor De Labrador zijn antwoord heeft geformuleerd weet ik het al.
Dat hij over de simpele woordjes "ja hoor, is goed" nog zo lang moet nadenken verbaast mij. Het is namelijk de zinsnede die hij in het verleden heeft gebruikt, nu gebruikt en in de toekomst ook zal blijven gebruiken.
"Nee zeggen" zit niet in zijn repertoire dus voor mij was het antwoord al duidelijk voordat De Labrador zelf wist wat hij zou gaan antwoorden.
Maar ook De Roostermaker toont voorspelbaar gedrag.
Nadat hij De Labrador zover heeft gekregen om extra te werken, spoedt hij zich weer naar zijn kamer of zich daar te buigen over, waarschijnlijk, dringende zaken die opgelost dienen te worden.
Het probleem voor hem is alleen dat zijn hele bureau vol ligt met dringende zaken en dat hij daardoor het totale overzicht kwijt raakt en daardoor niet in staat is om tot oplossingen te komen hetgeen hem mateloos frustreert.
Dat hij enigszins het overzicht aan het verliezen is blijkt als ik hem een ogenblik later op de trap naar beneden tegen kom.
Plots blijft hij staan, een peinzende blik op zich gezicht. Vragend kijkt hij mij aan.
"Wat ging ik ook alweer doen?", vraagt hij vervolgens aan mij.
Ik kan alleen maar mijn schouders ophalen en zie dat De Roostermaker zich omdraait en met een bedenkelijk gezicht maar weer terug gaat naar zijn overvolle bureau.
Een bureau waar niet veel later De Kale, als misplaatste grap, overheen gaat hangen met de bedoeling om grappig te zijn, iets wat hij vaker probeert te zijn maar wat het zelden tot nooit lukt. Ook nu kan De Roostermaker het zogenaamde grapje, waarvan De Kale vindt dat het moet kunnen, niet appreciëren.
De Stola denkt daar echter anders over en ligt schatterend over haar bureau. Maar ja, zij heeft ten eerste geen gevoel voor echte humor en ten tweede vindt ze werkelijk alles leuk maar erger ook goed wat De Kale doet.
Dezelfde Kale zie ik overigens nog geen twee minuten later compleet uit zijn stekker gaan tegen een leerling die het lef in zijn donder heeft om met een blikje Cola van de aula, via de grote hal, naar buiten te lopen.
Als ik het zie kan ik alleen maar denken: "Is dit dezelfde man die ik net boven zag?"
Het heeft iets weg van "Jekell and Hyde" en dat vind ik dan weer een verontrustende gedachte.
Op de gang, nog voor ik de koffiekamer binnenstap hoor ik al wie daar onder andere aanwezig is.
Wannabe doet weer allerlei pogingen om haar eigen onvermogen en vooral onzekerheid te overschreeuwen.
Verder valt mij direct De Azijnpisser op die in haar Coco Chanel pakje loopt te paraderen alsof ze op de catwalk loopt. Kennelijk heeft ze daar te weinig succes mee, wat voor haar inhoudt, geen aandacht genoeg. Het directe gevolg daarvan is dat ze rochelend en reutelend op een stoel neerzijgt en zielig haar verhaal probeert te slijten aan een willekeurig slachtoffer die de pech heeft in haar buurt te zitten.
Nog voor ik goed en wel zit draaft Truus met een verhit gezicht de kamer binnen met in haar hand een onderdeel wat, mijns inziens, toebehoort aan het koffiezetapparaat.
"Heb het zelf maar gerepareerd want als je dat aan Popie Jopie overlaat komt er helemaal niets van terecht!", hoor ik haar brommen.
Aan een belendend tafeltje zitten een paar mensen waaronder De Zalver. Een gedeelte van het gesprek krijg ik mee waarbij het ogenblikkelijk opvalt dat al wat er gezegd wordt door De Zalver ook al wel eens is meegemaakt, maar dan erger, beter, meer. Het zou zo maar een Amerikaan kunnen zijn; much more,much bigger, much beter!
Zo heeft iedereen wel zijn eigenaardigheden en als je mensen wat langer kent vallen ze vanzelf op.
En ik?
Ach, bij mij zit mijn rechtvaardigheidsgevoel me nog al eens in de weg wat meer dan regelmatig botst met datgene wat de directie verzint en dat leidt dan weer tot enkele heftige explosies!
Ja, iedereen heeft zijn eigenaardigheden!

maandag 3 december 2007

Doe Maar.



Verwijtende blikken vallen mij ten deel als ik de koffiekamer binnen loop. De Labrador kijkt me aan of het allemaal mijn schuld is.
Met moeite probeer ik een grijns op mijn gezicht te onderdrukken, iets waar ik niet in slaag zodat de blikken van De Labrador nog vernietigender worden.
"Prettig weekeinde gehad?", waag ik aan hem te vragen terwijl mijn gelaatsuitdrukking steeds meer uit de plooi valt.
"Mmm", is het enige antwoord dat ik te horen krijg.
"Het voetbal nog gezien gister?", probeer ik met een volgende vraag daarbij een dusdanige positie kiezend dat ik direct weg kan duiken.
Het gegrom dat uit de keel van De Labrador ontspringt klinkt bijna angstaanjagend maar nog ben ik niet geheel afgeschrikt dus, om nog wat meer zout in de wonden te strooien, schiet mijn laatste vraag als een vlammende pijl naar voren.
"Wat heeft Ajax gedaan?"
Nu is de maat vol voor De Labrador en dreigend maakt hij een paar stappen in mijn richting daarbij mij bezwerend dat als hij mij te pakken krijgt mijn hoofd stopt op een plaats waar het erg donker is.
Dan verschijnt ook op zijn gezicht een brede grijns en, zij het met tegenzin, feliciteert hij me met de spectaculaire overwinning van mijn clubje, NAC, en dat nog wel in het hol van de leeuw, de Arena, 1-3!
Niet veel later krijg ik het zelfde te horen van Zonnetje, evenals De Labrador, een fanatiek Ajax-fan.
Mijn maandag kan niet meer stuk en ontspannen geniet ik, zelfs op deze maandagochtend, van mijn espresso, mijn levensvocht.
Nadat zowel De Labrador en Zonnetje hun wonden aan het likken zijn en het voetballenonderwerp daarmee is afgesloten val ik min of meer pardoes in het verhaal van Meut en Mevrouw Zonnetje waarbij Mijn Juf een geduldig toehoorder is.
"Ik vind het maar niks om tijdens zo'n concert midden op het veld te staan. Het is hartstikke eng met al die vreemden om je heen", hoor ik Meut op de haar bekende meutige wijze vertellen.
Mevrouw Zonnetje haalt slechts haar schouders op en denkt er duidelijk het hare van.
"Maar misschien is het in De Kuip wel anders dan in het Gelderdome", probeert ze haar standpunt enigszins af te zwakken.
"Ik heb daar niet zo'n last van", antwoordt Mevrouw Zonnetje.
"Dus ik ga lekker tijdens het concert van Doe Maar op het veld staan. Dat wordt vast genieten!"
"Ik ken Doe Maar nog uit de tijd dat ze in kleine zaaltjes optraden", vervolgde Meut het gesprek.
"Daar waar je van alles kon drinken en zeker roken. God wat heb ik toen veel spul gerookt!"
"Ik weet nog dat ik de gitarist ontzettend leuk vond, je weet wel Harry Belafonte!"
"Je moet dan wel ontzettend veel zooi gerookt hebben in die tijd", voegt Mijn Juf zich nu in het gesprek.
Vooral Meut kijkt haar niet begrijpend aan.
"Je bedoelt vast en zeker Joost Belinfante", verduidelijkt Mijn Juf.
"Harry Bellafonte is echt heel iemand anders, waarschijnlijk dertig jaar ouder, donkere huidskleur, Amerikaan en zanger van onder andere "Oh island in the sun".
De huidskleur van Meut verandert nu ook langzaam van kleur dat zelfs door de laag plamuur die vanochtend vroeg al is aangebracht niet verhuld kan worden.
"Geen wonder dat hij nooit reageerde als ik "Harry" riep", zegt Meut gegeneerd.
Waarna de hele tafel in de lach schiet.
Een hoopvol begin van de nieuwe week!